Viscositeit

De weerstand van een vloeistof bij het stromen wordt gedefinieerd als de viscositeit van die vloeistof.

De viscositeit kan worden gedefinieerd als de verhouding tussen de toegepaste schuifspanning en de schuifreksnelheid. De viscositeit wordt gemeten in Pascalseconden. De dynamische viscositeit kan ook worden berekend in termen van kinematische viscositeit in eenheden m2/s of mm2/s.

Op basis van de absolute of kinematische viscositeitsvereisten kan de bitumenviscositeit worden gemeten met verschillende apparaten. De specificaties voor meting zijn de absolute viscositeit bij 60 graden Celsius en een kinematische viscositeit bij 135 graden Celsius. Bitumen heeft de neiging om zachter te worden als de temperatuur stijgt en wordt harder als de temperatuur daalt.

De vacuüm capillaire buisviscositeitsmeter wordt gebruikt om de absolute viscositeit te bepalen. De atmosferische capillaire buisviscositeitsmeter wordt gebruikt om de kinematische viscositeit te meten.

Een andere methode om de viscositeit te meten is het gebruik van een rotatieviscositeitsmeter waarbij een koppel nodig is om een spindel met constante snelheid te laten draaien terwijl deze in de vloeistof is ondergedompeld. De dynamische viscositeit is evenredig met dit gemeten koppel.